headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto headerfoto
 
De Scheids

De Scheids: Thuisfluiters!

Nieuws afbeelding 5-6-2018 Afgelopen weekend floot ik twee wedstrijden bij mij op de club. Zaterdag een wedstrijd om het kampioenschap in een A-categorie tussen de nummers 1 en 2. Zondag een wedstrijd tussen de nummer 1 en 5 in een dames competitie. Mijn club (Alliance) was respectievelijk de nummer 2 en de nummer 5 in die competities.

De zaterdagwedstrijd was een stevige pot waarbij Alliance uiteindelijk aan het langste eind trok en zo het kampioenschap binnenhaalde. Voordat de wedstrijd begon hadden mijn collega en ik (we zijn allebei bondsscheidsrechter, maar vandaag ingedeeld als clubscheidsrechter) nog een prettig contact met de coaches van de tegenstander. Deze herkenden ons van eerdere optredens en waren blij dat er twee ervaren scheidsrechters op de wedstrijd waren ingedeeld. De eerste helft ging het spel gelijk op. Na de rust keerde de wedstrijd zich in het voordeel van Alliance. De voorspelbare frustraties namen toe en uitten zich in een aantal vervelende overtredingen en uitingen naar de scheidsrechters. Bijna elke beslissing leidde daarna tot commentaar. Na de wedstrijd was er echter sprake van een openlijke vijandigheid, welke zich openbaarde in de vorm van hoofdschudden en een handdruk zonder bijpassende tekst of oogcontact. Op het terras bespraken de meegereisde supporters van de verliezende ploeg het falen van de beide scheidsrechters op beslissende momenten.

De zondag was heel anders. De nummer 1 ploeg won overtuigend en onze dames schikten zich in hun lot van verliezer. Beide teams bedankten na afloop het arbitrale duo en complimenteerden ons met de goede leiding.

Verliezen leidt bij betrokkenen dus blijkbaar tot geheel verschillende reacties. Hoe komt dat nou eigenlijk? Ik deel met u mijn eigen visie. Niets wereldschokkends, maar wel aardig om eens over na te denken.

Cruciaal in de psychologie van het verliezen lijkt mij in hoeverre het uiteindelijke resultaat overeenkomt met de verwachtingen die men vóóraf had. Sta je lager in de ranglijst, dan zijn de verwachtingen navenant bescheidener. Als je de wedstrijd dan verliest kan dit eenvoudig worden verklaard met een blik op de ranglijst. De scheidsrechters heb je dan minder nodig om het verlies te rationaliseren. Als je –als onderliggende partij- zo’n wedstrijd echter wint, dan is de euforie groot. Het lager geplaatste team zal dus noch bij verlies, noch bij winst geneigd zijn de scheidsrechters aan te wijzen als zondebokken.

Scheidsrechters lijken daarom meer te vrezen te hebben van het team dat hoger in de ranglijst staat. Wanneer dit team wint (zoals afgelopen zondag), dan is er niets aan de hand. Het team had de winst immers verwacht en de scheids speelde geen rol van betekenis. Wanneer dit team onverhoopt verliest (zoals zaterdag), dan zijn de rapen gaar. Verwachting en realiteit zijn op elkaar gebotst. Aangezien 16 spelers en 4 begeleiders het vast niet allemaal fout kunnen hebben, moet de schuld wel elders liggen. Die externalisering voorkomt ook dat er lastige vragen moeten worden beantwoord over het eigen team of haar begeleiding.

Opvallend is dat eigenlijk in slechts een van de vier gevallen er een aanzienlijke kans bestaat dat het vervelend wordt: nl als het hoger geplaatste team verliest. Als dan dit team ook nog uit speelt, onder leiding van clubscheidsrechters van de thuisspelende club, dan ligt de conclusie voor de hand. Thuisfluiters!

Reacties


Er zijn nog geen reacties, plaats uw reactie hieronder

Reageer op het nieuws